top of page
Archief BROEKHUIZEN-BROEKHUIZENVORST
Veerweg 2 te Broekhuizen
Deze boerderij werd in 1717 gebouwd door de Scholtis/Schout Jan Aerdts, aldus de dorpshistoricus Hay Reintjes, waarbij volgens de oudste akten altijd het land aan de overkant van de weg bij dit pand heeft behoord. Wel was dat land aan de overkant eerst in leen van het kasteel Broekhuizen, want in 1670 staat in diens Leenboek vermeld dat het als boomgaard naast de Molenbeek van de heer, was beleend aan Margriet van Wijenhoven, weduwe van Jan Raeijmaeckers. Maar dat leenrecht eindigde op 2 maart 1744 toen een overeenkomst gesloten was door de schout Aerdts met de Koning van Pruisen (als nieuwe eigenaar van kasteel Broekhuizen) waarbij de leenverhouding verviel voor deze moeshof gelegen tegenover zijn huis aan de Maas en een weide daaraan grenzend tegen de Meulenbeeck. Dat gold tevens voor de aangekochte boomgaard met een pakhuisje dat daarnaast lag (nu Veerweg no. 5 en 7).
Op de kaart van 1749 staat het pand als een carre-boerderij ingetekend. Na Jan's overlijden in 1751 vererfde het aan zijn zoon Antonius Adolfus Aerdts, die eveneens hier schout was. Toen hij was overleden in 1776 kwam het aan zijn dochter Maria Petronella Aerdts (1746-1829) die getrouwd was met de advocaat en landschout van Ravenstein Mr. Theodorus Antonius Franciscus Borret (overleden 1786). Vanaf 1829 was de eigenaar van het boerderijdeel hun enige zoon de Staatsraad en Gouverneur van Noord-Brabant Mr. Antoon Jozef Lambert Borret (ook Antonius Josephus Lambertus, geboren Gemert 1782, overleden Delft 1858, zie portret hierna) die in 1843 te Den Haag woonde met zijn echtgenote Maria Isabella Elisabeth Vermeulen (overleden 28 juni 1865).
Het gebouw dat daarbij achteraan in de hoek stond met de inrit, was echter eigendom van Johan Stenmans die hier burgemeester was van 1831-1843. Deze laatste woonde in zijn buurhuis nummer 4.
De zoons Ferdinandus Henricus Hubertus Borret en Eduardus Josephus Hubertus Borret probeerden het in 1865 vergeefs via een veiling te verkopen (zie advertentie). In 1867 komt het aan de rentenierster Gertruda Schraven uit Lottum. De rijks- en gemeenteontvanger Johan Berden huurde het en het pand fungeerde als hulp-kantoor van de belastingen. Het komt vervolgens in eigendom bij de brouwer Van der Velde die in het Brouwershuis (Veerweg 15) woonde. Hun dochter Johanna van de Velde trouwde met Alfons van Son en naar haar wordt het pand dan Johannahoeve genoemd. In 1938 overlijdt Van Son en wordt zijn erfenis verdeeld. De zoon en dochter van Van Son zijn de erven en verkopen het tenslotte in 1964 aan de arts Auguste Antoine Henri Marie Poulissen uit Venlo, die in 1975 overleed en zijn echtgenote Adelheid Petronella Dorothea Maria Hehenkamp werd toen testamentair erfgenaam. Toen zij op 3 april 1996 ook was overleden, verkochten hun vijf kinderen de woonboerderij met weiland op 15 augustus 1996 aan Floresco Beheer BV van G.H.J. Smeets (Goof). Daarna verkocht die BV het huis en de bijgebouwen in 2001 aan G.H.J. Smeets in privé en Claudia Ulenberg. Het weiland van 4.810 m2 bleef in de BV, die het in 2006 doorschoof naar Gregor Smeets Beheer BV. Vervolgens werd alles namens hen verkocht in 2013 aan de huidige bewoners het echtpaar Pepijn en Daniëlle Lijnders-Hermans.
Bijzonderheid is nog dat het visrecht van Arcen tot aan de Hamert (in Well) aan de zijde van Broekhuizen in 1964 werd meeverkocht. Daarbij staat de opmerking "als en voor zover het thans nog bestaat en voor overdracht vatbaar is". Het visrecht stond toen wel als apart zakelijk recht verbonden aan dit pand in het kadaster ingeschreven.
In latere akten wordt dat niet meer specifiek vermeld, maar valt dan onder de beschrijving bij de verkoop "met alle daarbij behorende rechten" en bestaat theoretisch nog. Als men in Broekhuizen langs de Maas wil vissen, zal men een vergunning bij deze eigenaar moeten halen. Dit visrecht stamt uit de tijd van de Heerlijkheden, waarbij de kasteelheer deze rechten had en wordt daar in 1670 vermeld. Bij de afschaffing van veel van deze rechten in 1796, zijn het jacht- en visrecht echter tot op heden blijven bestaan. Dit visrecht verbonden aan dit pand is vermoedelijk ontstaan door de verkoop ervan door de Pruisische koning aan de schout Aerdts.
Kaart uit 1749
Mr. A.J.L. Borret 1782-1858 (bron RKD)
Kadastrale kaart 1821
bottom of page